Handgemaakte wonderen
De iconische architectuur van de Oude Nederlanden

De iconische architectuur van de Oude Nederlanden

De iconische architectuur van de Oude Nederlanden is zeer gevarieerd. Er zijn monumenten overladen met ornamenten, zoals bijvoorbeeld de kathedraal van ‘s-Hertogenbosch. Maar meer typisch, vooral in Holland, is de eenvoud van de versiering, niet alleen van de zijgevels, maar ook van de voorgevels met bijna lege stenen of bakstenen pijlers (de tempels van Amsterdam, Den Haag, Middelburg). In Vlaanderen wordt dezelfde ascese gekenmerkt door kloosters van béguines. Zo vormt in Brugge het begijnhof, gelegen op een zeer poëtische plaats, tegenover het kanaal, binnenin een uitgestrekte groene hof met witte gebouwen, verstoken van elke versiering. Het exterieur en interieur van de kerk zijn meer dan nederig. De kloosters van Kortrijk en Leuven zien er ongeveer hetzelfde uit.

koppelpoort

Zoals bekend hebben de vormen van de Renaissance in feite de kerkgebouwen in Nederland ongemoeid gelaten. Een uitzondering, bijna de enige, is de aanbouw in het noorden van de kerk Saint-Jacques in Luik, in 1558 gemaakt door L. Lombard. Het is een portaal met drie niveaus dat ook op een triomfboog lijkt. Aan de zijkanten staan paren zuilen van klassieke Corinthische orde, vol, op sokkels. Tussen de zuilen bevinden zich gewelfde nissen met schelpen in schelpkegels. Het medaillon met de beeltenis van Hemelvaart op de tweede rij vormt het compositorische middelpunt. Het wordt in het “frame” van vierkante en rechthoekige panelen gestoken. De derde verdieping is een zolderverdieping, waarvan het verhoogde middendeel opnieuw is versierd met een zuilenpaar en, evenals de zijzuilen, eindigt met een boogvormig gebroken fronton.

De hele compositie is nogal mechanisch bovenop het oude gotische uiterlijk van het gebouw geplaatst en ziet er hier natuurlijk vreemd uit. Maar 50-60 jaar later zal het een basis worden van de Vlaamse barokke tempelgevels samen met het Gesù-achtige schema. Op dezelfde manier liep de poging om de Audekerk in Delft te reconstrueren tot een kruisvormige kerk, ondernomen aan het begin van de 16e eeuw, vooruit op de basisvolume-planningsconstructie van protestantse kerken in Holland van de volgende eeuw.